Sportstad zonder snobs

De vedettes houden van Melbourne en de Melburnians van sport. Een gouden combinatie, deze ‘happy slam’ op het zuidelijk halfrond.
volkskrant
 
 
‘De hele stad zal me nu wel haten’, zei Sorana Cirstea uit Roemenië toen ze de Australische hoop Sam Stosur uit het toernooi had geknikkerd. Ze kende duidelijk Melbourne nog niet, of de ‘Melburnians’. Die slikken even. En staan direct met z’n allen achter de winnaar. Ze kreeg in de Rod Laver Arena een ovatie alsof ze een van hen was. Alsof Melbourne haar moest troosten, en niet andersom.
Een dag later kreeg Kim Clijsters na haar wedstrijd tegen de Française Stephanie Foretz Gacon, het publiek zover een Happy Birthday te zingen voor haar zusje. 
Het is de Australian Open. Australiërs zien hier graag een Australiër winnen, maar ach, ze willen het niet overdrijven. Met enige realiteitszin ook, want de laatste Australische overwinning op eigen grond bij de vrouwen dateert van 1978 (Chris O’Neal), bij de mannen zelfs van 1976 (Mark Edmondson).
‘Het gaat om de personen’, zegt Sean Pelizziari, een 33-jarige tennisfan uit de stad. Hij volgt de partijen via de grote schermen op de Oval, het fanterrein met bars en ligstoelen, dat de sfeer ademt van een dagje strand. ‘We houden van spelers die grapjes maken met het publiek. We houden ook van sportiviteit en relativering.’
‘Het is niet zoals op Wimbledon’, zegt Brandon Gauci (36), een collega-fan uit Melbourne, die vorig jaar het toernooi van Londen bijwoonde. ‘Daar zitten van die snobs met hun witte poloshirts op de tribune. Daar gaat het enkel om prestige en de buitenkant. Daar houden wij niet van. Dit is een toernooi voor T-shirts.’
Sean: ‘In New York zitten ze ook in T-shirts, maar daar schreeuwen ze vooral. We’re Ozzies, man! In Melbourne zijn we supporter van iedereen. We staan ook open voor iedereen. Dat is Melbourne nu eenmaal: we hebben meer dan 180 nationaliteiten in de stad.’
Het verbaast Brandon en Sean dan ook niet dat de spelers altijd zo lovend zijn over het toernooi dat Roger Federer al eens de happy slam heeft genoemd. De Australian Open heeft iets. Het toernooi is anders dan de andere drie, Roland Garros, Wimbledon en de US Open. De spelers, van waar ook ter wereld en van welke klassering dan ook, benadrukken het met grote regelmaat. En ze menen het.
Federer noemt dit zijn favoriete grand slam, niet enkel omdat het publiek dat wil horen, niet omdat hij hier vier titels weghaalde, of omdat hij hier nummer 1 van de wereld werd. Hij zei het deze week nog: ‘Het is altijd weer geweldig het stadion binnen te lopen en het Aussie-publiek te zien.’ Hij gaat hier ook graag uit eten. ‘Melbourne heeft een aantal van de beste restaurants.’
Net als Novak Djokovic, de titelverdediger, die als het maar even kan met zijn begeleidingsteam de stad in duikt. Dit jaar begon hij zijn voorbereiding tien dagen voor de eerste partij. ‘Relaxed.’
En Li Na, die op de Australian Open vorig jaar haar eerste grandslamfinale bereikte, is ervan overtuigd dat Melbourne ‘de beste Chinatown van de wereld’ heeft. Ze is er vorig jaar tussen de wedstrijden door ook inderdaad geweest. Ze kiest haar hotel in die buurt.
De Australian Open is een players tournament geworden, zegt oud-tennisser John Fitzgerald. ‘We zorgen ervoor dat de spelers het hier naar hun zin hebben, dat ze zich gemakkelijk kunnen bewegen. Ze hoeven maar met hun vingers te knippen. Dat waarderen ze. Zo hoort het ook. De faciliteiten zijn hier geweldig. Dat is een van de redenen waarom ze hier zo graag komen.’
Fitzgerald (51), behalve bestuurslid van Tennis Australia ook tv-commentator voor Channel 7, won zeven grandslamtitels in het dubbelspel, waarvan één in Melbourne. Dat was in 1982, toen de Open nog werd gespeeld op het gras van de Kooyong Lawn Tennis Club, zo’n vijf kilometer naar het oosten.
In 1988 verhuisde het toernooi naar Flinders Park, later omgedoopt in Melbourne Park: hardcourt, met een dak over de twee grootste banen, aan de rand van het centrum. Daar, in de Rod Laver Arena, mocht hij in 2003 als captain van het Australische team nog wel de Davis Cup optillen na de winst tegen Spanje.
Een dubbel jubileum dit jaar: niet alleen wordt er gestreden om de duizendste enkelspeltitel bij de mannen, het is ook de 25ste keer dat het toernooi op Melbourne Park wordt gespeeld. Het park waar Federer in 2009 zijn tranen de vrije loop liet (‘God, it’s killing me!’) na zijn verlies tegen Rafael Nadal.
Het stadion waar Pete Sampras in 1995 zijn verdriet met de wereld deelde, nadat een toeschouwer vanaf de tribune riep ‘Do it for your coach!’ had geroepen, doelend op Tim Gullikson, die kort daarvoor de diagnose hersentumor had gekregen. Sampras tenniste huilend door.
Hier ook eindigde in 2003 de partij tussen Andy Roddick en Younes El Aynaoui niet alleen met 40 games in de vijfde set, maar ook met een innige omhelzing aan het net. Beide mannen verlieten hand in hand de baan.
‘Het is hier rustig, het is hier veilig. Spelers voelen zich op hun gemak’, zegt Fitzgerald. De locatie is ongeëvenaard voor een grand slam: midden in een stad met vier miljoen inwoners, twee of drie haltes met de tram vanaf Flinders Street Station en het moderne stadsplein Federation Square. Fitzgerald: ‘Voor de toeschouwers en de spelers is het heerlijk. Zeker als je ermee aan de winter op het noordelijk halfrond kunt ontsnappen.’
En – zeker niet onbelangrijk – Melbourne is sport, Melburnians aanbidden sport. Dat voelen de tennissers ook: op de tribune zitten dan wel fans met geverfde gezichten, maar de meesten zijn echte liefhebbers. Niet alleen deze twee weken. De Open is het grootste evenement, maar daar blijft het niet bij. Melbourne is sportstad nummer één. Van Australië zeker, en waarom niet van de wereld?’
Djokovic ziet Melbourne als het ideale toernooi om het seizoen mee te beginnen. En waarom? ‘Iedereen is hier zo aardig, relaxed en gastvrij.’ Rafael Nadal net zo: ‘Ik voel me echt thuis hier.’ Hij zegt ook gewoon op tv dat hij in het Crown Hotel verblijft, dat hij daar op wedstrijddagen eet, maar als hij een vrije dag heeft liefst elders in de stad eet. Want hij weet: dat kun je hier zeggen.
‘We laten de vedetten met rust’, zegt toeschouwer Brandon. ‘Ook topspelers zijn net als wij. We kijken hier niet naar hoe groot je auto is.’
John Fitzgerald, die dat als speler heeft kunnen beleven en oorspronkelijk niet uit Melbourne komt: ‘Die bescheidenheid, die is echt. Dat zien spelers.’
En Sydney dan, de stad die wereldfaam heeft veroverd met vermoedelijk de beste Olympische Spelen tot dusver, nota bene in het jubeljaar 2000? ‘Sydney mist de passie’, zegt Sean. ‘Als Sydney iets organiseert, wil ze vooral de stad presenteren. De Harbour Bridge, het Opera House. Dat doen wij niet. We presenteren de sport.’
Sydney, de grootste stad van het land, heeft enkele jaren geleden geprobeerd de Australian Open weg te kapen. Het contract met Tennis Australia zou immers in 2016 aflopen. New South Wales had Glebe Island in gedachte, inderdaad om de hoek bij het toeristische Darling Harbour, en de beroemde brug.
Ook Shanghai zou interesse hebben getoond. Waarom niet? De marketingmensen van Tennis Australia hebben het toernooi zelf gelabeld als de grand slam of the Asia-Pacific.
De staat Victoria sloeg terug: direct is er een megaplan gepresenteerd voor een uitbreiding en modernisering in de komende jaren van het complex. De kosten worden geraamd op driekwart miljard Australische dollar, ruim 600 miljoen euro. Geheel state-of-the-art. Ook de Margaret Court Arena, na de Rod Laver- en Hisense Baan de grootste, krijgt een dak.
Alle twijfel was snel weg. De Open blijft zeker tot 2036 in Melbourne, de ‘meest leefbare stad van de wereld’. In de jaarlijkse lijst van de Economisch Intelligence Unit is de eeuwige nummer één, Vancouver, verdrongen naar plaats drie, achter Wenen. Sydney staat op zes.
Fitzgerald: ‘Ook als je niet heel veel geld hebt, kun in Melbourne goed leven. En onze stranden zijn mooier dan de Sydneysiders je willen doen geloven.’
Onzekerheidje: het weer. Vier seizoenen op één dag, zeggen ze hier. Hagel én brandende zon binnen luttele dagen in januari: het komt voor. En als het heet is, is het heet. Maar de Melburnians slepen de spelers er wel doorheen. Ook als ze zelf midden in de zon zitten.

of bekijk deze eens...

Land van de Donderdraak

In 2012 stuurden we op verzoek van onze lezers een fotograaf en journalist naar Bhutan. Daar zagen ze uitgestrekte berglandschappen en historische tempels, maar ook hoe zelfs in dit afgesloten land traditie en vernieuwing hand in hand gaan.

De tierra van Virgilio

Wie zich laat meevoeren met chef-kok Virgilio Martínez, de nieuwe ster van de Peruaanse keuken en eigenaar van restaurant Central in het Miraflores-district van Lima, reist door heel Peru. Hij vertelt over de groenten van Pachacamac, de chocolade uit het Amazonegebied, de olijfolie uit Ica, zout uit Maras. ‘Ik ga vaak voor de lol naar de markt.’