Stoel 52A? Dat moet Carla zijn!

Netwerken kan nu ook al in de lucht. Via de boekingspagina van airlines. ‘Hi, you must be Ana.’
LOGOvk
 
Wat weet ik van Otto? Hij zit schuin achter me. Zo te zien slaapt hij, de man naast hem kijkt een film. Otto vliegt naar São Paulo, dat is vooralsnog de enige zekerheid. Hij is verder, zo staat op zijn LinkedIn-pagina, nieuwsgierig, holistisch, creatief. Type: planner, onderzoeker, cultuurgevoelig, empathisch, The English Patient. Genoeg gespreksstof.
We hebben elkaar een paar uur geleden kort ontmoet bij gate F7, vlak voor het boarden. Het voelde een beetje als een blind date. We zitten allebei op vlucht KL791 van 9.55 uur, in een Boeing 777 naar São Paulo – dát hebben we in elk geval gemeen. Hij in stoel 6A, ik 5E. Ik had de stoel naast hem kunnen kiezen, maar dat leek wat opdringerig. Stel, het klikt niet, dan zit je toch twaalf uur naast elkaar, kauwend op rijst met een sausje.
De KLM heeft ons met haar Meet & Seat-programma bij elkaar gebracht. Althans, we hebben allebei op de boekingspagina aangegeven dat we zijn geïnteresseerd in het ontmoeten van medepassagiers. Daar moet toch toekomst in zitten, had productmanager Jan van Helden van de KLM me gezegd: honderden mensen vliegen gezamenlijk naar dezelfde stad, die moeten iets gemeenschappelijks hebben. ‘Misschien gaan ze naar hetzelfde congres, misschien naar dezelfde voetbalwedstrijd. Als je van tevoren contact legt, kun je eventueel stoelen naast elkaar kiezen. Of even koffie drinken op Schiphol.’
Het is allemaal vrijwillig. Je vinkt Facebook of LindedIn aan en geeft toestemming dat andere Meet & Seaters op deze vlucht je profiel mogen zien. Je kunt je interesses aangeven, de reden van je trip (‘op reis voor zaken’), en de talen die je spreekt. Otto spreekt Nederlands, Engels en Portugees. Hij is Nederlander, hij woont en werkt in São Paulo. Misschien kan hij me de goede kant opsturen in die onoverzichtelijke megametropool. Hij zal vast wel een aardig restaurantje weten.
Otto was de enige die terugmailde (‘Ik zie je aan boord!’). Ik had ook nog ene Carla gemaild, die haar Facebookpagina had gekoppeld, maar die heeft niet gereageerd. Misschien heeft ze zich bedacht, of misschien, tja, vond ze me niet interessant genoeg. Ik zou het haar nog voorzichtig kunnen vragen, want ik weet haar stoel (52A). Ze komt uit Noorwegen en heeft lang rood haar.
Otto – 42, strategisch planner en ontwerper van stedelijke infrastructuren, fervent reiziger, zes jaar wonend in São Paulo – blijkt Meet & Seat niet eens nodig te hebben om mensen aan te spreken. Nog voordat ik aan boord een woord met hem heb kunnen wisselen, weet hij al dat de mannen op zijn rij uit Kenia komen, boordwerktuigkundigen zijn en naar Brazilië vliegen om Embraer-vliegtuigen op te halen. Onderweg naar Amsterdam had hij al een paardenmenner gesproken.
Probleempje: als je met iemand anders dan je buurman of buurvrouw wilt praten, waar dóe je dat eigenlijk in een vliegtuig? Er is geen extra zitruimte en bij de keuken en wc’s is het ook niet lekker hangen; daar wachten mensen met hoge nood en passeren stewardessen met nootjes of te hete verfrissingsdoekjes (‘Kunt u misschien ergens anders gaan staan?’).
We belanden op elf kilometer hoogte, boven de Atlantische Oceaan, op een personeelszitje bij de toiletten. Otto is inderdaad een nieuwsgierige, onderzoekende man. ‘Ik vind het interessant mensen te ontmoeten, naar hun verhalen te luisteren. Ik doe het niet om te netwerken.’
Het valt hem nog wat tegen hoeveel mensen meedoen. Hij had mij op de onlinestoelindeling gezien, en ‘die vrouw uit Noorwegen’. Zo is het tot dusver op de meeste vluchten. De KLM, die zich profileert met sociale media met onder meer een 24/7-servicedienst op Facebook en Twitter, begon in februari met Meet & Seat. Zo’n tienduizend passagiers hebben tot nu toe meegedaan. Het is nu enkel nog mogelijk op intercontinentale vluchten, en voor wie business class reist ook op Europese vluchten.
Vijf Meet & Seaters op één vlucht is zo’n beetje het hoogste aantal. Nummer 1 op de lijst: São Paulo. Daarna volgen de bestemmingen New York, San Francisco, Mexico-Stad en Los Angeles.
Brazilië loopt voorop, en dat verbaast Otto geenszins. ‘Het netwerken hoort bij het leven. Het is voor Brazilianen een soort veiligheidsmechanisme. Ze kopen ook hun spullen bij mensen die ze kennen.’ Voordat Facebook groot werd, zaten ze al massaal op Orkut, een soort Hyves.
Dat had Ana ook geschreven, een Braziliaanse vrouw op vlucht KL792, de vlucht van volgende week terug naar Amsterdam. ‘Brazilianen zijn verslaafd aan alle vormen van sociale media, of het nu Facebook is, Twitter, Foursquare of Instagram’, schreef ze in een antwoord op mijn Facebook-message. ‘Het is voor ons heel gewoon mensen via internet te ontmoeten. Misschien omdat onze steden zo massaal zijn. Op internet heb je meer kans aandacht te krijgen dan op straat.’
Het is slechts een kwestie van tijd dat meer Brazilianen zich zullen aanmelden bij programma’s als Meet & Seat. Zegt de vrouw die ik nog steeds niet ken, maar op de terugvlucht kan ik haar aantreffen in stoel 15A. O ja, schrijft ze, als je een goed restaurant in de wijk Jardins zoekt, probeer Brasil a Gosto of Capim Santo. ‘Maar als je Braziliaans gaat eten, neem geen baiana! Daar zit heel veel peper in.’
Kijk. Daar heb je wat aan als je maar een paar dagen de tijd hebt in een onbekende stad. Ana – 26, fotograaf en journalist – geeft tips over haar stad, ik over de stad waar zij straks op doorreis naar haar vakantiebestemming Italië slechts een paar uur zal kunnen besteden. ‘Koop je kaartje voor het Anne Frank Huis vast online’, was het eerste wat me te binnen schoot, en drink wat op de barboot Barco, niet ver van het Centraal Station.
‘Dat is toch geweldig’, reageert Otto, leunend tegen de deur van de Boeing (we stonden weer in de weg). ‘Er zijn ongetwijfeld nog tien anderen in dit toestel die ook niet precies weten waar ze heen moeten. Tegelijkertijd zit het vol met mensen die er wonen en werken en álles weten.’ Hij ziet Meet & Seat als een leuk beginnetje, het is nog niet af. ‘KLM zou meer handvatten moeten geven. Als ze online vragen wie er bijvoorbeeld naar de Formule 1 gaat of naar die en die zakenbeurs, zullen meer mensen reageren. Je gaat niet uit jezelf zomaar wat hobby’s opnoemen.’
Oogmasker op
Wat zeg je wel, wat zeg je niet. Je benadert vreemden, maar wel vreemden die niet per se vreemden willen blijven. Eens vragen aan Carla, in stoel 52A. Of toch maar niet: ze slaapt, oogmasker op, weggedoken tegen het raampje aan. Om haar nu wakker te schudden, met ‘Hallo, ik ben Eric, herken je me?’ – nee. Ik herken haar lange haar van de foto. Ik loop nog een keer een onnodig rondje door de cabine (misschien kijkt ze op), maar dan ga ik me een stalker voelen, en druip ik af.
Stel, ik zou wérkelijk een stalker zijn. Of een man die erg graag twaalf uur naast mooie dames uit Noorwegen zit? KLM zegt: ‘Als je iets raars vermoedt, kun je je profiel deleten, of zelfs van stoel verwisselen. We maken dit niet mee. Bovendien, aan boord is het de echte wereld. Dan zit je niet meer op het anonieme internet.’ Ana maakt zich geen zorgen. ‘Dat privacyprobleem heb je sowieso op internet: iedereen kan je naam intikken en je online vinden. Het is een risico dat je neemt.’
Ik weet dat Ana donker haar heeft, dat kon ik op Facebook zien op een vakantiefoto. En dat ze in januari in Brazilië met dolfijnen heeft gezwommen (met een vriendin die Lara heet). Op de internationale luchthaven van São Paulo speur ik een week later langs de gezichten van de wachtenden bij de gate. Ze was niet in de stad, van een ontmoeting is het niet gekomen; met Otto heb ik vrijdagavond nog even iets gedronken in Candela, een bar in Itaim, niet ver van zijn appartement. Ik zie Ana niet. Maar ik weet: stoel 15A.
De vlucht terug naar Amsterdam is een nachtvlucht. Die gaat zoals die gaat: het eten komt redelijk snel, misschien nog dat karretje met de taxfree, en dan gaan de lichten uit. Na het opstijgen loop ik snel naar rij 15. Ik reik mijn hand over de twee mensen in 15C en 15B, die verwonderd opkijken. ‘Hi… You must be Ana…’
Ik heb Ana nooit meer gezien. Offline twaalf woorden gewisseld. Aan boord babbelen leek ons wat onhandig, zo met die slapende mensen om ons heen; we spraken af in Amsterdam koffie te drinken tijdens haar stop-over. Maar bij het uitstappen zagen we elkaar niet in de chaos. Geen telefoonnummer, enkel Facebook. Ze antwoordt een uur later, als het haar is gelukt verbinding te krijgen en als ik al thuis ben: ‘Ik ben nog op Schiphol!’ De vriendin die haar zou ophalen, is nog onderweg. Het Anne Frank Huis of de Hermitage gaat zeker niet meer lukken, misschien nog dat drankje op die ene boot.
We zijn nog steeds Facebookvrienden. Ze heeft geschreven dat ze Venetië fantastisch vond, en dat ze haar KLM-vlucht terug heeft gemist en via Parijs naar huis moest vliegen. Weer geen Meet & Seat. Ook dat kan gebeuren in de echte wereld. Zo gauw ik weer in São Paulo ben, gaan we samen een caipirinha drinken. Ze weet nog wel wat leuke tentjes.

of bekijk deze eens...

Beau moet uitkijken

Echte supersterren kunnen álles verkopen. ‘Snoop Dogg en Borsato samen, dat verwacht je niet.’

Mister Vrijheid

Het Amerikaanse hooggerechtshof beslist binnenkort over Obamacare, het nieuwe Amerikaanse zorgstelsel en de belangrijkste maatregel van Barack Obama. Waarom hebben zoveel Amerikanen daar zoveel moeite mee? Op stap met Jim Gibbs, in elke vezel een representant van The Land of The Free. ‘We hebben er weer één. Die mother fucker gaat eraan.’

Sportstad zonder snobs

De vedettes houden van Melbourne en de Melburnians van sport. Een gouden combinatie, deze ‘happy slam’ op het zuidelijk halfrond.